|
||||||||
Ik geef het toe, lezer, ik heb al even een grote boon voor deze vijf Spaanse jongedames. Een paar jaar geleden viel hun debuutplaat “Mas de Tí” mij toevallig in handen en al even toevallig kon ik de vijf enkele maanden later live aan het werk zien en vanaf toen was het fataal: ik ben fàn-voor-het-leven en dat heeft veel minder te maken met het verzamelde pakketje vrouwelijke schoonheid -dat nochtans behoorlijk indrukwekkend oogt- dan met de muzikale kwaliteit die ze tentoon spreiden. Vandaag zijn ze er met hun tweede plaat, die, anders dan het debuut, waarop de nummers vertalingen waren van persoonlijke belevenissen van het vijftal, meer universele thema’s behandelt en eigenlijk verhaalt over de wereld waarin we met z’n allen leven en die aan menige kant dreiging en onbehagen inhoudt: eenzaamheid, onbegrip, niet-gehoord worden en dergelijke dingen meer, die ’s mensen geluk op slinkse manier in het gedrang brengen. Dat wordt allemaal verpakt in een mix van rumba catalana, flamenco, pop en -vooral- in Latin ritmes, die onweerstaanbaar tot dansen aanzetten en die hier, bij gelegenheid, aangevuld worden met klanken van de Balkan Paradise Orchestra (“Rosario Dinamitera” is een absolute topper) en de toekomstige Grote Pedro Pastor (“Mira a Tu Lado”). De hoofdrollen blijven echter gespeeld worden door de vijf vrouwen, die, naast heerlijke vocale pracht, ook danig veel kunde etaleren op gitaar, percussie en trompet: ze schrijven de nummers als collectief en je kunt eraan horen dat de vijf erg goed kunnen samenwerken en elkaar moeiteloos aanvoelen. Stilaan groeien ze naar het niveau van bv. Amparanoia en dat belooft dus bijzonder veel goeds. Dat leidt tot een tweede plaat die nog sterker is dan het debuut: de band is matuurder geworden, ieder van de vijf heeft haar plaats gevonden en ze blijken alle vijf erg overtuigd van het feit dat ze het geheel groter kunnen maken dan de som van de delen. Alweer te klasseren in de categorie der “absoluut te volgen” groepen, maar dat wist u al sedert de vorige plaat, dat spreekt. Wie heel snel is, kan de dames dezer dagen nog aan het werk zien op Noorderslag, maar ik het een zeer sterk vermoeden dat ze komende zomer nog meer dan eens onze kant zullen uitkomen…. (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||